Home / Reisverhalen / Christoffelberg beklimmen: eerlijke ervaring + tips
Mijn eerlijke ervaring, dat klinkt misschien alsof er nu een heel verhaal komt waarom je vooral niét de Christoffelberg moet beklimmen. Spoiler: nee, dat is niet wat ik ga vertellen. Maar naast alle verhalen over fantastische uitzichten lijkt me wél leuk om mijn eerlijke ervaringen en tips te delen. En te vertellen over de zweetdruppels die overal zaten (want geloof me: ook dat hoort bij het beklimmen van de Christoffelberg), over wat je vooral wel mee moet nemen, maar ook wat je thuis kunt laten. Want is het nou echt nodig om een backpack vol te stouwen met je profi wandeluitrusting en de minimaal 2 liter water waar iedereen het over heeft? Nou, dat vertel ik je graag.
Op ieder must-do lijstje met Curaçao tips komt het wel voorbij: de Christoffelberg beklimmen. Dan moet het wel leuk zijn, toch? Eén probleem: ik ben nou niet bepaald sportief. Dus is het beklimmen van een berg dan wel een goed idee? Wat als ik helemaal voorbereid en vol goede moed die berg opklim en er na een paar meter achter kom dat het ‘m toch niet gaat worden? Dan zou ik wel flink voor stuk staan tussen al die sportievelingen die zonder moeite de Christoffelberg op klimmen. Ho Anouk, stop! Het zou super zonde zijn om het om die redenen te laten. Als anderen de top in 45 minuten kunnen bereiken, dan kan ik het ook! Toch?
Let’s gooo. Maar wel onder één voorwaarde: we moeten en zullen direct om 6 uur ‘s ochtends beginnen. Want hoe later je gaat, hoe warmer het op Curaçao wordt. Vermoeid en een beetje zenuwachtig worden ik en mijn vriend Joey om half 5 gewekt door de wekker. Ik hijs me in mijn sportoutfit (misschien geeft dat nog wat extra sportieve motivatie), pak mijn rugtas in (en check 10 keer of ik niks ben vergeten) en smeer als een echte Hollander nog wat broodjes kaas voor onderweg (niet voor Joey, Joey haat kaas). Het is inmiddels 5 uur ’s ochtends en het is tijd om met onze huurauto vanuit het hotel in Willemstad richting het Christoffelpark te rijden.
Na ongeveer 50 minuten komen we aan bij Westpunt en wachten we tot de poorten van het Christoffelpark opengaan. We parkeren de auto bij de ticketcounter en moeten in een extreem lange rij wachten om een kaartje te bemachtigen. Wanneer we bijna aan de beurt zijn staan wat Spaanse jongeren voor ons in de rij ontzettend te klooien met het onderling wisselen van geld en het vinden van hun mondkapje. Zucht. Oké, vijf minuten later zijn ze eindelijk klaar en mogen wij bij de ticketcounter naar binnen. Ik koop een ticket, krijg wat uitleg over waar we heen moeten rijden en na 30 seconden sta ik met ticket en al weer buiten (dus HOEZO duurde het bij alle anderen zo lang?). Nog even naar de wc en weer hup, de auto in.
Hoewel je het eerste stuk van de Christoffelberg ook mag lopen, ben ik blij dat we met de auto zijn. Terwijl we een flink stuk omhoog de berg op rijden komen we hetzelfde groepje onhandige Spanjaarden weer tegen. Lopend. Verbaast kijken ze achterom als ze zien dat wij met de auto de berg op komen rijden, terwijl zij puffend denken dat ze moesten lopen. Stiekem beginnen we hard te lachen. Nadat wij de auto rond half 8 parkeerden bij het startpunt kon de beklimming van de Christoffelberg beginnen.
Nou, prima te doen die beklimming. Het beginstuk dan. De route is heel duidelijk gemarkeerd en het is een mooi natuurpad waar je gewoon kan lopen en niet hoeft te klimmen. Helaas wordt dat al snel anders en komen er steeds meer rotsen waar we onszelf overheen manoeuvreren. Joey lijkt nog nergens last van te hebben, maar bij mij beginnen de zweetdruppels al snel over m’n voorhoofd te lopen. Rustig aan doen, gewoon rots voor rots de berg op, het lukt wel – praat ik mezelf in. Wanneer ik de kans zie plof ik neer op een rots om mezelf een drinkpauze te gunnen. Niet te lang, want we moeten door. Hoewel we in het begin nog geen mensen tegenkwamen, worden we nu zo af en toe ingehaald door mensen die er een stuk sportiever uitzien en nog niet verzuipen in het zweet. Niet heel motiverend.
Maar dan, na wat zwoegen en zweten, komen we rond 8 uur aan bij een rots met daarop de magische woorden ‘half’, wat hopelijk zoiets betekent als ‘lekker chick, je bent halverwege’. YES! Of juist niet yes? Want dit betekent dat we ook nog MAAR halverwege zijn. Nadat we trots wat foto’s maken, klimmen we weer verder – wandelen is het inmiddels niet meer te noemen. Gelukkig komen we steeds vaker wat mooie uitzichtpunten tegen en dat is de perfecte smoes voor het houden van een korte pauze. Inmiddels wordt het steeds zwaarder en halen steeds meer mensen ons in. Pfff, zijn we er nou nog niet? Zweet op m’n voorhoofd wordt zweet overal en daar heeft inmiddels ook Joey last van. Na een tijdje komen we de ultrasportieve mensen tegen die al aan het afdalen zijn en de bemoedigende woorden ‘jullie zijn er bijna’ naar ons roepen. Ik kan je verzekeren: dat is heel fijn om op dat moment te horen.
Vooral het allerlaatste stukje is écht even pittig en eng. Vind ik in ieder geval. Maar nu ik eenmaal zover ben gekomen, wil ik natuurlijk ook niet terug. Nog een paar grote rotsen over klauteren ennn… tromgeroffel… we hebben de top bereikt! Het is er aardig druk en iedereen die ons eerder inhaalde, heeft zich hierboven verzameld. We zoeken een lege rotsen en ploffen er zuchtend neer om te genieten van het mooie uitzicht. Eerlijk? Dit is wel de moeite waard. Inmiddels ben eindelijk weer een beetje op adem gekomen en vertel ik Joey hoe trots ik ben. Waarop Joey antwoord dat we wel heel langzaam waren vergeleken met anderen. Ouch, bedankt hè. Tussendoor probeer ik tussen de mensenmassa wat foto’s te schieten en wil ik net als iedereen nog even zo’n toffe foto van de avontuurlijke ik zittend op een rots, starend de diepte in. Ja, dat ziet er wel diepzinnig uit. De realiteit was toch ietsjes anders.
Na een half uurtje bijkomen en semi-diepzinnige foto’s schieten beginnen we aan de terugweg. Hoewel er twee routes schijnen te zijn, is het voor ons een raadsel waar route nummer twee zich bevindt. Dus lopen we maar dezelfde route terug. Ik heb het gevoel dat de terugweg eigenlijk minstens zo heftig is als de heenweg. Soms is het echt lastig om langzaam omlaag te klimmen zonder uit te glijden. Dus gebruik ik de rotsen maar als een soort glijbaan om niet te struikelen. Het is inmiddels ongeveer 9 uur en de zon begint steeds feller te schijnen, waardoor het (nu al!) heel heet wordt. Dat is ook wel te zien aan de gezichten van iedereen die de berg opklimt. Nu zijn wij degenen die ze kunnen aanmoedigen met de woorden ‘Nog even volhouden, je bent er bijna!’. Uiteindelijk gaat de terugweg toch een stuk sneller dan de heenweg en na ongeveer 45 minuten zijn we terug bij de auto. High five! Nu kunnen we pas echt zeggen dat het ons is gelukt.
Nu we toch aan de andere kant van Curaçao zitten, kunnen we er beter goed van profiteren en er een middagje strand bij aan plakken. We rijden de berg af terug naar de ticketcounter en verruilen op de wc onze bezwete outfit voor badkleding. Maar goed ook, want Joey’s broek is helemaal groen van de rotsen. Ben ik toch maar even blij dat ik wel een sportoutfit aanhad. Ondanks dat ik op de Christoffelberg een van de enigen was met sportkleding en de meeste mensen iets minder sportief gekleed waren. We rijden richting de Grote Knip en struinen het strand op om te genieten van onze welverdiende chillsessie, kletsend over wat we van de beklimming vonden en hoe trots we zijn. Die klunzige Spaanse toeristen hebben we trouwens nooit weer teruggezien. Dus óf ze zijn verdwaald en lopen nog altijd in het Christoffelpark te dwalen óf ze waren al zo moe dat ze de top van de berg nooit hebben gehaald.
Lees ook:
© 2023 reisrealiteit | KVK-nummer: 88794709 | btw-id: NL004651860B85 | privacyverklaring